Jouw straat opfleuren? Dat kan met een geveltuintjes langs je woning. Het geeft sfeer en kleur, zorgt voor verkoeling en waterafvoer en isoleert bovendien je woning. Ook voorkom je met een geveltuintje overlast van graffiti. Je mag zelf een geveltuintje aanleggen, maar er zijn wel een paar spelregels.
Een geveltuintje is een smalle strook groen langs de voor- of zijgevel van je huis aan de straat. In het grootste gedeelte van de stad mag je het aanleggen zonder toestemming, maar meld het wel eerst bij de gemeente.
Woon je in de binnenstad, Nieuwe Plantage, Agnetapark of TU Noord? Dan heb je vanwege de beschermde stadsgezichten wel toestemming van de gemeente nodig. Heeft je woning een VvE of huur je? Dan moet de VvE of woningcorporatie eerst instemmen.
Tips en spelregels
Heb je jouw geveltuintje aangemeld of toestemming van de gemeente, VvE of woningcorporatie? Dan kun je aan de slag. Dit handige stappenplan van Klimaatmaat helpt je hopelijk op weg. Houd je verder aan de spelregels hieronder (en vergeet niet je tegels aan te melden voor het NK Tegelwippen):
- Er moet op de stoep minimaal 1,20 meter loopruimte overblijven.
- De geveltuin mag maximaal 30 centimeter breed zijn, gemeten vanaf de gevel.
- Graaf een gat van 30 tot 45 centimeter diep en vul het met tuingrond. Laat het uitgegraven zand niet liggen. Een goede bodem is de basis voor al het groen.
- Als er kabels en leidingen liggen, dan kun je een verhoogde geveltuin aanleggen met stapelblokken.
- Zorg dat planten niet voor straatnaamborden en ventilatieroosters komen.
- Gebruik bij voorkeur planten die in Nederland groeien (inheemse planten). Daarmee help je de dieren.
- Snoei op tijd overhangende takken om overlast te voorkomen.
- Bescherm de planten met een opstaande rand tegen onderhoudswerk van de gemeente aan de stoep.
- De gemeente is niet verantwoordelijk voor schade aan de geveltuin door werkzaamheden aan kabels en leidingen.