Een mooie shopper van kunststof hebben en dan toch duurzaam en circulair in het leven staan. Kan dat? Ja dat kan.
Hester maakt die tassen. Haar bedrijf HESTAS is te vinden in het Kabeldistrict. Een bescheiden loods-achtige ruimte met binnenin een kleine plantenkas. En in die kas staan twee naaimachines en een gezellig lampje. Hier zetten Hester en haar assistent Daphne de tassen in elkaar.
‘Hoe circulair wil je het hebben?’
Overtreffende trap
Die tassen zijn de overtreffende trap van circulair. Dat zit zo. Hester: “We krijgen banners en vlaggen van organisaties zoals Delft Jazz Festival en van museum Voorlinden. Die organisaties gooien normaal gesproken na hun evenement of expositie de banners en vlaggen weg. Maar als wij er om vragen, krijgen wij ze en wij maken daar dan shoppers, schoudertassen en etuis van.”
Maatwerk
Dat is op zich al knap circulair. Maar het kan nog circulairder. Daphne: “De banners van de tentoonstelling ‘Pioniers in Keramiek’ in Museum Prinsenhof hebben we verwerkt tot etuis. En die worden nu weer gebruikt door de medewerkers op hun tijdelijke kantoor in het Prinsenkwartier, terwijl het museum verbouwd wordt. Hoe circulair wil je het hebben? Een maatwerk-samenwerking dus. We staan open voor meer van dit soort circulaire combi’s!”
Avontuur
Voor Hester begon het Delftse tassen-avontuur eind 2023. Of eigenlijk eerder al. “In 2022 deed ik een naaiproject voor het studentenhuis van mijn dochter. Via via kwam ik daarna in contact met het Delfts Straattheaterfestival, waarvoor ik producten maakte van oude banners.”
Circle Lab
Dat smaakte naar meer. Eind 2023 sloot ze zich aan bij het Circle Lab. Dat is de circulaire organisatie van het New Future Lab in het Kabeldistrict en van de gemeente Delft die bedrijven helpt om circulair te ondernemen. “Dat was de start.” De kurk waarop haar onderneming nu drijft, zijn vooral Delftse organisaties, zoals Museum Prinsenhof. Haar tassen zijn ook te koop via haar webshop.
Normale baan
Naast haar circulaire tassenbedrijf is ze ook nog actief in een ‘normale’ baan: ze is adviseur voor het directieteam van het Hoogheemraadschap Delfland. Dat geeft financiële zekerheid. Maar er speelt ook iets anders. “Bij het waterschap staat denken centraal. Bij HESTAS is doen het belangrijkste. Ik vind dat fijn samengaan.”

foto: Erwin Dijkgraaf
Ambassadeurs van circulariteit
In de visie van Hester en Daphne kan afval het begin zijn van een nieuw verhaal. Hester: “Voor het 50-jarig jubileum van het Delftse architectenbureau cepezed maakten we 200 tassen van hun gebruikte tentoonstellingsbanieren. Samen met cepezed dacht ik na over het ontwerp. Iedere tas vertelt nu een verhaal en iedereen met een cepezed-tas is nu een ambassadeur van circulariteit. Dit project laat zien hoe afval een waardevolle nieuwe bestemming kan krijgen. Door samen te werken en elkaars ideeën te versterken, werd het mogelijk om een product te maken dat zowel functioneel als betekenisvol is.”
Je blik verbreden
Hester en Daphne zijn niet doorlopend banners aan het versnijden en tassen aan het naaien. Een essentieel deel van het werk bestaat uit netwerken. Dat brengt nieuwe opdrachten en afnemers dichterbij en netwerken is ook de basis voor de toelevering van nieuwe oude banners en vlaggen. Hester: “De effecten kun je van tevoren niet goed inschatten. Je moet er gewoon zijn, bij die netwerkborrels en nieuwjaarsrecepties. Die ontmoetingen verbreden je blik. Ik heb in een paar maanden heel veel interessante ondernemers de hand gedrukt.”
Geïnspireerd worden
Ondertussen stroomt het geld nog niet met bakken binnen. Maar dat vindt Hester ook niet zo belangrijk. “We zijn uit de kosten.” Veel ambitieuzer is ze met het maken van mooie dingen en het uitventen van haar circulaire boodschap. Dat is haar eigenlijke bedrijfsstrategie. “Ons werk is een fijne combinatie van dromen en doen. We wandelen van het ene interessante contact naar het andere en merken dat steeds meer organisaties geïnspireerd worden door ons circulaire verhaal. Daardoor weten we ook zeker dat het goed komt. Met ons en misschien ook wel met de wereld.”
Tekst: Rob van Es | Foto: Erwin Dijkgraaf